Door het toepassen van de loonheffingskorting betaal je minder belasting en premies over jouw loon of uitkering. Hierdoor houd je dus netto meer over en krijg je meer geld gestort op jouw bankrekening.
Loonheffing
Iedereen met een baan of uitkering moet in principe loonbelasting en premies voor de volksverzekeringen betalen. De loonbelasting en premies worden samen loonheffing genoemd. Deze bedragen worden door de werkgever of uitkeringsinstantie ingehouden op het loon of de uitkering. De werkgever of uitkeringsinstantie moet de ingehouden loonheffing weer overmaken naar de Belastingdienst.
Doe je belastingaangifte dan wordt hierbij gekeken of de ingehouden loonheffing voldoende was. Of misschien is er wel te veel ingehouden, dan krijg je geld terug van de Belastingdienst.
Korting op de loonheffing
Je kunt een korting krijgen op de loonheffing. Dit is dus de loonheffingskorting. Er zijn zes heffingskortingen die op het loon of een uitkering kunnen worden toegepast. Het gaat om:
- de algemene heffingskoring
- de arbeidskorting
- de ouderenkorting
- de alleenstaande-ouderenkorting
- de jonggehandicaptenkorting
- de levensloopverlofkorting
De belangrijksten zullen we hier bespreken. Op de algemene heffingskorting heeft iedereen recht. De arbeidskorting is er voor als je inkomsten uit tegenwoordige dienstbetrekking hebt. Het gaat dan bijvoorbeeld om loon van een werkgever.
Er is recht op de ouderenkorting als je de AOW-leeftijd hebt bereikt. Op een AOW-uitkering voor alleenstaanden wordt door de Sociale Verzekeringsbank de alleenstaande-ouderenkorting toegepast.
Hoe krijg ik de loonheffingskorting?
Je kunt bij jouw werkgever of uitkeringsinstantie vragen om de loonheffingskorting toe te passen. Meestal krijg je als je in dienst komt een formulier waarop je aan kunt geven of de korting al dan niet moet worden toegepast. Vraag je een uitkering aan dan wordt er bij de aanvraag vaak een vraag gesteld over het toepassen van de loonheffingskorting.
Waarom zou ik kiezen voor geen loonheffingskorting?
Je zou misschien denken zo’n korting wil toch iedereen? Toch zijn er situaties waarin het niet verstandig is om de loonheffingskorting toe te passen.
Heb je meer dan één werkgever of bijvoorbeeld een pensioen naast een AOW-uitkering dan kan je de korting maar bij één werkgever of uitkeringsinstantie toepassen. Pas je ze bij allebei toe dan is de kans heel groot dat er rekening wordt gehouden met teveel korting. Het resultaat is dan dat er bij de belastingaangifte moet worden bijbetaald.
Heb je meerdere werkgevers na elkaar of bijvoorbeeld eerst een WW-uitkering en daarna werk dan is het geen probleem om de loonheffingskorting wel bij meerdere instanties toe te passen. Als je toch tegelijkertijd meerdere werkgevers, meerdere uitkeringen of een werkgever en een uitkering hebt dan kan je de loonheffingskorting het beste toepassen bij die instantie waarbij het bruto bedrag het hoogste is. Dan profiteer je in de regel het meest van de korting.
Hoe hoog is de loonheffingskorting?
Wil je nu weten hoe hoog die loonheffingskorting is dan kan je dat op de site van de Belastingdienst opzoeken.
Je moet daarbij aangeven of je de witte of groene tabel wilt zien. De witte tabel is voor loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Ben je in dienst bij een werkgever dan gebruik je deze witte tabel. De groene tabel is er voor loon uit vroegere dienstbetrekking. Hieronder vallen bijvoorbeeld allerlei uitkeringen zoals AOW, Anw, IOAW, IOAZ, Wajong, WAO/WIA, Waz en WW.
Verder moet je kiezen per welk tijdvak het loon wordt betaald. Bijvoorbeeld per maand, week of vier weken. Om het je wat makkelijker te maken hebben we hier links naar de twee tabellen voor 2020 die vaak voor zullen komen: die voor loon uit tegenwoordige dienstbetrekking per maand en die voor loon uit vroegere dienstbetrekking per maand (maar let op: deze laatste is niet geldig als je een AOW-, Anw- of AIO-uitkering hebt).
In de eerste kolom zoek je jouw loon op. Daarachter staat dan het bedrag aan loonheffing zonder loonheffingskorting. In de volgende kolom vind je de loonheffing die ingehouden wordt als de loonheffingskorting wel wordt toegepast.